Topambtenaar 020 noemde portier 'kankergezwel'
Uitsmijter. Bouncer. Domme kracht. Deurpost. Gorilla. Bokito. Neanderthaler. De Nederlandse portiers, zij die vaak de enige buffer vormen tussen u en agressief doorgesnoven provinciaal tuigh, kunnen het allemaal hebben. Schelden, dreigen, intimideren, ze zijn het allemaal gewend. Neem portier C. Chanel, uitsmijter bij de randstedelijke lounge- en danssalon Heidi's Skihut: "Als ik voor elke keer dat mensen boos 'vuile bijklussende Harry Piekema' tegen mij zeggen een euro kreeg was ik inmiddels miljonair", laat hij onze verslaggever weten terwijl hij met zijn rechterpink zestien boze bontkraagjes die "DISCRIMINATIE!" roepen tegenhoudt en met zijn linkerknie acht zichzelf onderkotsende mannen met snorren en oranje opblaaskroon die allemaal zeggen Henk te heten in de cojones hoekt. Maar, dat zijn de horecaportiers. Hoe anders is het bij de jongens en meisjes die als portier het Amsterdamse stadhuis bewaken. Naast het vrijhouden van de wandelgangen van junks, vervelende types en PvdA-kritische niet-Parooljournalisten fungeren zij ook als chauffeur en servicemedewerker. Worden zij vaak uitgescholden? Arie Boonsma (34): "Jarenlang was het hier een paradijsje van fatsoen. Mensen zeiden meneer tegen me, zeiden zelfs 'dank je wel hè' als ik ze bijvoorbeeld hielp met koffers inladen en elk jaar kreeg ik een kortingsbon voor de Zwaluwhoeve als 'kerstpakket'. Maar sinds kort is ook hier de verhuftering toegeslagen. Mijn eigen baas, nota bene een mede door mij betaalde ambtenaar, noemde een collega laatst 'KANKERGEZWEL'." Als hij dit laatste woord uitspreekt, begint de lip van Boonsma te trillen. Zilt water vult zijn linker ooghoek. Voordat hij het lijdensvocht kan deppen, rollen grote droppels over zijn wangen. "En dat is nog niet alles. Mijn eigen baas heeft later achter onze rug om gezegd dat hij 'jacht op ons gaat maken' en ons daarbij een soort van met de dood bedreigd met een jachtgeweer!". Wat Boonsma verder zegt is onverstaanbaar daar zijn woorden worden gesmoord in lange uithalen van zielenpijn doordrenkt van in een zakdoek gesmoord gesnik. Zelfs onze verslaggever houdt het niet meer droog bij het zien van zoveel krassen op een menselijke ziel en schreit lustig een traantje mee. Uiteindelijk weet Boonsma zich te vermannen en zegt resoluut: "Ik hoop maar dat deze scheldende topambtenaar keihard wordt aangepakt. Maar met een daadkrachtige en integere wethouder als Carolien Gehrels (PvdA) kan dat haast niet anders. Nu ga ik op een grafsteen zitten wenen. Houdoe!" Hier kunnen wij niets meer aan toevoegen. Slechts gepaste maar oorverdovende stilte is op zijn plaats.