#Dakmoord. Goud voor uw brief
Beste Geenstijl, ik las net met interesse jullie stukje over de Scheveningse dakjesmoord. In dat buurtje van de Hoekerstraat en Reepstraat heb ik jaren gewoond. De dodelijke steekpartij in de Hoekerstraat te Scheveningen kwam niet onverwachts. Wij als buurtbewoners bestookten onze woningbouwvereniging Vestia en de wijkpolitie vele jaren met mondelinge en schriftelijke klachten. Steeds maar weer verzochten wij de verantwoordelijke partijen op te treden tegen de terreur van de overlastgevers in onze verpauperde buurt. Zo schreef ik in samenspraak met mijn buren op 22 november 2005 een brief waarin ik een oproep deed aan Vestia om de overlastgevers uit hun woning te zetten. Enkele maanden daarvoor had Vestia immers aan de buurt beloofd om de huur op te zeggen van deze criminelen. De brief werd ondertekend door in totaal 21 buren. Als derde tekende de moeder die een jaar later haar zoon Pascal verloor. In de noodkreet schreven eenentwintig buren onder andere: "De Reepstraat is de afgelopen jaren op een oorlogszone gaan lijken. Alcoholisten en cocaïnegebruikers terroriseren de straat met hun nachtelijk geschreeuw van bedreigingen. Talloze ruiten en inboedels in de Reepstraat zijn reeds vernield. Autos zijn in brand gestoken; bewoners afgetuigd."
De buurt ontving nooit een inhoudelijk antwoord op de buurtbrief. Vestia weigerde zijn beloften na te komen en liet de overlastgevers ongemoeid. Onze wijkagent maande ons om geen aangifte te doen vanwege het gevaar voor represailles door de overlastgevers.
Wat ik nu mis in de verslaggeving over de dakjesmoord is dat het buurtje van de Hoekerstraat en Reepstraat zich ontwikkelde tot een achterbuurt onder regie van Vestia. Volgens de informatie die mij naderhand via een betrouwbare bron is toegespeeld, voerde Vestia doelbewust het beleid dat notoire overlastgevers bij elkaar in dit buurtje werden geplaatst. Er zou expres een getto voor tuig zijn geschapen!
Dit is nooit in de openbaarheid gekomen.
Vriendelijke groet,
(naw bij redactie bekend)