Centrummanager Leiden wil deportatie straatmuzikanten
"Winkeliers in het Leidse centrum willen af van straatmuzikanten, en dan met name van sjofele figuren met een zeer beperkt repertoire dat ze bovendien matig beheersen. " Zo, kom er maar in, Joost Bleijie. Noem maar gewoon man en paard. Eerder nam deze goedbetaalde lobbyist martelmeeuwen op de korrel, nu zijn de pingelende melodielozen aan de beurt. Van het ausradieren van stinkend ongedierte die ruggengraat verpulverende klanken produceren heeft Joost blijkbaar een specialiteit gemaakt. Hij is dan ook niet voor niets de centrummanager van de sleutelstad. De schakel tussen gemeente, ondernemer en burger. Maar gezien zijn lobby voor de door elke burger uitgekotste RijnGouweLijn is wethouder van van propaganda ook een treffende definitie. Joost spreekt de taal van een binnenstadondernemer, dat is duidelijk. Aufrotten met slecht geklede bedelaars zonder muzikaal talent. Goddamn hippies. Om in de binnenstad van Leiden te mogen spelen, is conservatorium verplicht. En een maatkostuum. Bosendorfer de Breestraat in rijden en bedelen maar met een stukje Frédéric Chopin. We hebben het hier wel over de oudste universiteitsstad van het gewest Holland, dus kom niet aan met je tweesnarige gitaar, bedelhonden! Als je slechts een enkel liedje kent dat je ook nog eens nauwelijks beheerst, ga je maar naar Holland's Got Talent. Hup, deporteren, die trommelvliesverkrachters met je matige beheersing van een beperkt repertoire. De meeuwen achterna met je H&M-kledij vol gaten en pisvlekken. Aldus Joost Bleijie. Die maandelijks salaris krijgt voor dit soort briljante en uiteraard perfect uitvoerbare ideeën. Zo stel je urgente kwesties aan de kaak. Ga zo door, jongeman! La la la, geld.