Boris: "Het is de structuur, stupid!"
Komende week is de 'week van de democratie'. De Nederlandse publieke omroepen zenden allerhande debatten op televisie uit, en zelfs de hitquiz 'That's the Question!' van de EO's Bert van Leeuwen engageert zich met het onderwerp. Da's natuurlijk allemaal fraai. Toch zullen veel Nederlanders dit alles met enig cynisme aanschouwen. "Leuk zo'n week, maar waarom is er dan vorige week besloten om geen nieuw Europees referendum te houden?" Staat onze democratie er wel zo goed voor? Een terechte vraag. Er is genoeg om tevreden te zijn over de Nederlandse democratie. Hij is bijvoorbeeld zeer toegankelijk. Elke groepering die maar 60.000 stemmen krijgt kan in de Tweede Kamer komen en daardoor hebben we een breed pallet aan politieke kleuren. Toch is er de afgelopen decennia ook veel gesproken over moderniseringen. Niet zonder resultaat. Zo is er meer openheid rond besluitvorming; vrijwel alle vergaderingen en beleidsstukken zijn tegenwoordig door iedereen te aanschouwen.
Maar dat was het wel zo'n beetje. Aan de structuur van onze democratie is eigenlijk maar heel weinig veranderd. Veel politici stellen zelfs dat dit ook helemaal niet nodig is. Zij stellen dat het verbeteren van de democratie niet zozeer in de 'structuur' van ons stelsel moet worden gezocht, maar in de 'cultuur'. Als politici zich nou maar anders zouden gaan gedragen, dan komt het allemaal wel goed, is de gedachte.
Elk land krijgt de leiders die het verdient, vertelt een gezegde. De werkelijkheid is echter dat elk land de leiders krijgt die het systeem mogelijk maakt. Ons systeem nodigt uit om je als burgemeesters- of premierkandidaat niet te wagen aan grootse visies, en je basis vooral te zoeken onder partijgenoten om jou naar voren te schuiven. Ons systeem nodigt politici uit om geen verantwoordelijkheid te dragen, maar die te delen. Dat klinkt mooi, maar dat is het uiteindelijk niet. Het systeem remt bestuurders af om met hun vuist op tafel slaan om ingesleten bestuurlijke gewoonten te doorbreken. Toen er in Enschede een vuurwerkfabriek in een woonwijk ontplofte en er in Volendam een café in de fik vloog, en bleek dat het onder meer met lakse veiligheidcontrole te maken had, wezen alle bestuurders naar elkaars stukje deelverantwoordelijkheid. Als er in deze gemeenten een bestuurder direct was gekozen dan was dat onmogelijk geweest. Maar het heeft ook een omgekeerde werking. Als iemand rechtstreeks gekozen is, dan zal hij sneller geneigd zijn in te grijpen om ingesleten structuren en onvolkomenheden aan te pakken: hij is immers eindverantwoordelijk, afrekenbaar en wil ook weer herkozen worden door de bevolking. Dat dwingt tot een andere vorm van besturen. Ook referenda hebben een effect. Alleen al om referenda te voorkomen zullen politici zich eerder te vergewissen van de opvattingen die leven onder de bevolking, om draagvlak te krijgen voor ook moeilijke beslissingen.
CDA, VVD en PvdA hebben de afgelopen jaren er beurtelings voor gezorgd dat grote vernieuwingen in die richting zijn getorpedeerd. VVD-er Hans Wiegel verwierp in 1999 in de Eerste Kamer het correctief grondwettelijk referendum; de PvdA verhinderde (met hulp van SP en Groenlinks) in 2005 de direct gekozen burgemeester, en het CDA heeft over de gehele linie tegenstand geboden. De gevolgen daarvan zien we nog tot op de dag van vandaag. Want als in 1999 het referendum was goedgekeurd, dan had de Tweede Kamer nu niet hoeven te beslissen of ze opnieuw 'geadviseerd' wilde worden over Europa. Dan hadden burgers zelf het initiatief kunnen nemen, als ze dat nodig vonden. En als in 2005 er een goed wettelijk verankerde gekozen burgemeester was geregeld dan was ons het gedoe rond het aanstaande burgemeestersreferendum in Utrecht bespaard gebleven. Ook de klacht van kiezers dat er nu een regeringscoalitie is gekomen waar ze niet voor hadden gestemd heeft te maken met ons systeem waar we géén premier of coalitie direct kiezen. Zelfs aan 'achterkamertjespolitiek' valt niet te ontkomen in een systeem waar nu eenmaal compromissen moeten worden gesloten om meerderheden te vormen.
Willen we het anders? Dan zullen we het systeem moeten veranderen. Vinden we dat te veel werk? Boeit het niet? Steunen we liever partijen die niets willen veranderen? Ook prima. Maar dan moeten we niet meer zeuren. "That's the Question!", zou Bert van Leeuwen zeggen.
Boris van der Ham