Selfie-Solidariteit in het Stamcafé
Solidairh mhet dhen sondaagsche arhbeiderh!, of hoe ze dat ook zeiden in het industriële tijdperk
Het is niet dat we in een tijd leven waarin je niks meer kan of mag zeggen, maar we zijn wel degelijk in een tijdsgewricht aanbeland waarin mensen, die op sociale media allemaal kleine voetstukjes voor zichzelf hebben geknutseld, veel te snel meningen, vertellingen, uitingen of gebeurtenissen op zichzelf betrekken en dan niet meer in staat zijn om de schouders op te halen, Twitter of de tv uit te zetten en door te lopen. Gekwetst zijn is nog steeds vooral een keuze, maar projecteren is nou eenmaal makkelijker.
*Het zou op zich nog vermakelijk kunnen zijn (‘haha, daar zit er weer eentje gekwetst te wezen’), ware het niet dat het sociaal modieus is geworden om in iedereen het slachtoffer te herkennen. Daar mengt schreeuwende particuliere verontwaardiging zich met mensen die zelf wellicht niet gekwetst zijn maar zich, zodra ze een zelfverklaard slachtoffer ontwaren, als reddende engel voor de gedupeerde willen opwerpen door hun slachtofferschap in status te verheffen - en zo zelf ook een graantje van de aandacht mee te snaaien. *
Als die selfie-solidariteit (‘Kijk mij eens begaan zijn met dit slachtoffer!’) zich verenigt tot een groepsfoto van gekwetsten en hun publicitaire begeleiders, ontstaat de hele lelijke, zure chemie - eentje dus, zoals rond het kaarsverhaal van Johan Derksen ging borrelen.