Dames en heren. Uw parlementaire pers
Kijk ze shinen
Daar staan ze. De parlementaire pers. Tijdens de langste formatie ooit waren ze er continu bij. Ze stonden op het Binnenhof en bij het ‘nieuwe’ Kamergebouw. Ze kwamen naar het Catshuis, of lieten zich naar een villa in het Gooi geleiden, waar ze steeds braaf buiten de hekken wachtten tot hen wat brokjes kwoot gevoerd werden. Nieuwsuur liet zich zelfs wel eens naar de woning van Wopke lokken, voor een volledig in scene gezet “spontaan” persmoment met hem en Pieter Omtzigt, de enige die overvallen was door het mediamoment. Allemaal doen ze op hun eigen, unieke, zelfstandige, individuele en toegewijde wijze precies hetzelfde werk.
We kennen niet al hun namen (sommigen komen in anonieme busjes), en die doen er ook niet toe. Ze werken toch allemaal voor dezelfde twee Belgische bedrijven, voor RTL Nieuws (een soort AD.nl op televisie) of voor het ministerie van mediazaken, de NPO. Enkelen waren er misschien al wel bij toen ze in 2014 met de hele persgroep lang zal ie leven **zongen voor de jarige Ivo Opstelten, de Corrupticus Rex door wie diezelfde pers zich vrijwillig liet censureren. Anderen denken in hun jeugdige naïviteit misschien nog dat ze tot de ‘vierde macht’ behoren, de koene muckrakers die de macht controleren. Maar de papieren jongens en meisjes werken voor uitgeverijen die hun freelance personeel uitbuiten voor 10 cent per woord, en hun paginabezoekers in commerciële profielen vangen om hun privé voor een paar cent per click aan hun adverteerders op te voeren. En de rest werkt voor een zielloos staatsmediabedrijf dat betaald wordt door precies de politici die ze geacht worden te controleren (en daarmee documentaires maakt om Jesse of Sigrid op het juiste moment een kontje te geven).
Allemaal staan ze voor persvrijheid, en Pers Veilig. Allemaal vrezen ze nepnieuws en waarschuwen ze voor het populisme. Het zijn allemaal fatsoenlijke, nette mensen en sommigen zijn zelfs hele harde werkers. Maar allemaal schrijven ze elke keer als er een deur open gaat precies hetzelfde op. Dat is bijna altijd wat partijvoorlichters, spindokters en formateurs wíllen dat ze opschrijven. Tenzij er een grappig relletje is. Dan schrijven ze allemaal het grappige relletje op. Onder hun wacht is het vertrouwen in de politiek verder uitgehold, de sociale samenhang verslechterd en komt het ene ministerie na het andere instituut van staat weg met corruptie, weggelakte wobstukken, principeloos machtsbejag, het juridisch kaltstellen van oppositie*, het kapotmaken van weerloze burgers* en de eenzijdige bescherming van pluriformiteit*.
Maar, zullen ze zelf zeggen, dat komt door het populisme, en het afgebrokkelde respect voor de toon van het fatsoen. Meneer Rutte is een stabiele liberaal, een leider in coronatijd, wie moet het anders doen? En mevrouw Kaag is het toonbeeld van vroomprogressieve keurigheid. Ze zijn er toch uit gekomen samen? U leest binnenkort alle reconstructies, op basis van de voorzichtig gekozen anekdotes van Sophie Hermans en Rob Jetten. Tot en met de aardbeien met room aan toe.
Goed gewerkt, jongens. Jullie hebben het bijna gered. Nog heel even, en dan staat Mark Rutte weer op het bordes. En begint alles weer van voren af aan, en dan drinken we een glas, doen we een plas en is alles weer zoals het altijd was.