Heel Holland maakt herrie tegen Hugo, Eric en hun vuige voorrang voor statushouders
'Moeten moeten moeten', gemeenten moeten statushouders opvangen. Waarom, dat is niet precies duidelijk, Nederland hoort Hugo alleen 'moeten moeten moeten' zeggen. Huizen of niet, 'en toch zal het moeten'. Drup, drup, drup, doet het overvolle emmertje. Tak, tik, tak, tikt de ongeduldige wachtlijst voor thuiswonende twintigers en dertigers. Huuu, huuuu, huuuuu, huivert het rechtvaardigheidsgevoel van de hardwerkende Nederlander. Krik, krek, krak, zo breken de barsten in het pleisterwerk van de vvd. Klapper, klapper, klapper, doen de rode vlaggen die naar de top gehesen worden. In de niet zo verre toekomst zwelt een lijdzaam loeiend alarmsignaal steeds luider aan. Van Hugo tot de hordes veiligelanders, iedereen houdt in Nederland status behalve de inheemse bevolking. Het eerste schuim van de onstuimigheid verschijnt op de lippen en een donderend geraas van het draagvlak onder de gedwongen opvang dreigt. Nederland maakt water en toch dwingt Hugo het volk naar het oog van de storm. Dat wordt pompen.