De Staat van de StaatsCultuur, met Martin Bosma
Maandagmorgen, Zwarte Pieten
Het is een behoorlijke tijd geleden dat we het nationale parlement nog serieus konden nemen, zowel van de zijde van de regering in Vak K als van de zijde van de lammetjesweide der Tweede Kamer. Er is eigenlijk maar één sector die we nog minder serieus kunnen nemen, en dat is de vaderlandse cultuursector. Die is van Watt naar Half Watt zo, Snip, Snap als een race-eend door een caviadoolhof van breed volksvermaak via One Man Show tot meurende lijkwade gereduceerd, waar soms met post mortem gemurmel nog wel eens een dramatische klacht over MeToo-bepoteling uit opstijgt maar die verder radelozer, redelozer en reddelozer over 's lands grijze wateren dobbert dan een vlot vol vluchtelingen over de Méditerranée, zo blauw, zo blauw. [Wie alle culturele klassiekers uit de vorige zin haalt, wint twee kaartjes voor de nieuwe show van Hadewych Minis.] Gelukkig is er nog het retorische wapen Martin Bosma, de laatste politieke satiricus die zich in de Nationale Vergaderzaal het lot van de cultuursector nog lijkt aan te trekken, en vreest voor de Stalinistische staalkaders die per subsidie worden opgelegd aan theaters, musea en overige locaties van leerzaam en ontspannen cultureel vertier. En u weet natuurlijk ook wie van de politiek polemist des vaderlands de schuld krijgt van al die ellende: "D66 staat vooraan om onze tradities kapot te maken." Waarvan SLOTAKTE.