Emigreren is Vooruitzien — Andalusië: heet, lekker goedkoop en snel naar de cojones
Even weg van het Safari-pad een uitstapje naar andere oorden. Denkt u wel eens aan migratie? Onze huiswijndrinkende wereldreiziger denkt met u mee!
Toen ik besloot om na zes tropenjaren in Paraguay en Brazilië terug te keren naar het Avondland, deed ik eerst grondig onderzoek naar Zuid-Europese landen die in aanmerking kwam voor remigratie. Ik kwam met vijf honden, dat maakte het een extra uitdaging. De smerige roddel dat ik de poepertjes van mijn beessies vol had gepropt met coke, is overigens in de wereld geholpen door Volkskrant-columnisten die mij het licht in de ogen niet gunden (eentje lijkt op Bessie Turf, de andere op Mr. Ed, meer wil ik er niet over kwijt).
Kinnesinne en broodnijd zijn immers de kurk waar literair Nederland op drijft. Dat bleek tijdens het Boekenbal waar de eregasten, influencer Bas Smit en zijn geweldige vrouw Nicolette van Dam, op de rode loper werden weggehoond door gevestigde schrijvers als Jan Mulder, Freek de Jonge en Kluun.
Pero bueno. Het werd uiteindelijk de Algarve, met Andalusië als goede tweede. Ik kom vaak in Andalusië (op een half uur rijden van mijn Villa Vischlugt) en het huren of kopen van een huis is daar inmiddels veel makkelijker en goedkoper dan in Portugal. Bovendien zijn de kosten van levensonderhoud (en vooral diesel, elektriciteit, benzine en butaangas) een stuk lager in Andalusië.
Ik ken de Costa del Sol en de Costa de la Luz op mijn duimpje, zeker na de bestseller Costa del Coke die ik samen met mijn maatje Ivo Teulings schreef. Teulings woont in het geweldige Málaga, daar kom ik zo op terug. Ik ben gek op Spanje maar altijd weer dolblij als ik over de Guadiana-brug terug zoef naar de Algarve. Eindelijk geen prikkels meer! In Andalusië is het alle dagen feest, het barst er van de lekkere wijven (en kerels, als je er van houdt), en het lijkt wel of de Spanjolen alleen maar slapen na het middagmaal. Als ik daar was gaan wonen, was ik nu dood en dat zeg ik niet om een soort goedkope versie van Rimbaud uit te hangen.
Ik heb een paar keer overwinterd in Benidorm en daar begint het eerste happy hour al om 9 uur ‘s morgens. Op elk moment van de dag is het ergens in die stad happy hour. Iedere Nederlandse vent met overgewicht en een minderwaardigheidscomplex moet overigens beslist naar Benidorm emigreren: een rondje over de Playa de Poniente en hij voelt zich een jonge Adonis in de parade van veenlijken, lillend vlees, flubberbillen en hangtieten. En je hoeft er nooit heimwee te hebben tussen de dertigduizend landgenoten die daar hun eigen safe space hebben geschapen, met artsen, tandartsen, fysiotherapeuten, chiropractors, oogartsen, urologen, dermatologen, oncologen, reumatologen, plastisch chirurgen en allergologen.
Verhuizen zit er voor mij niet meer in (alleen verticaal) maar als ik nog eens zou gaan verkassen met al die honden, werd het Málaga. Met enige pech word ik stokoud in de Algarve en droog ik bovendien ook nog eens mooi op. Zoals ik laatst al schreef: er is helemaal niets te doen en dat is heel geruststellend. Borrelen doe je als de elf in de klok zit, en tegen een uur vijf kruip je naar je hut. ‘s Avonds is hier toch niks te doen.