Dijkshoorn Dinsdag over Dieren Treiteren
Wat een enorm gezeik over die Bokito. Echt een loser aap vind ik dat. Je kunt er lang en breed over lullen, maar er is gewoon niets leuker dan een dier in gevangenschap treiteren. Die tientallen deskundigen die nu in alle media met een witte jas over hun schouder komen uitleggen dat de tanden ontbloten een daad van agressie is en dat het hun wel opgevallen was dat als dat achterlijke wijf in de buurt was Bokito zijn enorme blauwe apenlul dan vol met bloed liep, ik bekijk al die deskundigen minzaam lachend. Er is gewoon maar één hardcore gorillakenner in Nederland en dat ben ik. Ik ben een zilverrug, geboren in het lichaam van Nico Dijkshoorn, zo moet je het zien. Ik begrijp die motherfuckers en wat je dus nooit moet doen is lekker casual met die beesten proberen te connecten. Dat is foute boel. Dieren, je moet ze gewoon raken waar je ze raken kan. Kapot maken.
Update: Audio Voor doven en blinden! De column in voorleesversie.
Ik doe het al jaren in Artis. Lekker met mijn abonnement naar binnen, de fotograaf die vraagt of ik op de foto wil even keihard tussen zijn benen schoppen en dan gewoon random wat dieren helemaal de tiefus treiteren. In Artis begin ik meestal met de Kleine Koekeloeris, een soort van doodsbang muisje die om wat voor reden dan ook een apart hok heeft. Als je hem thuis op het aanrecht ziet zitten sla je hem met een koekenpan achter zijn oor, maar in een dierentuin, achter glas, voelt meneer zich opeens heel wat. Echt met kapsones door dat hok cruisen, weet je wel, echt dat aanstootgevende dierengedrag van: ´kijk mij eens een geile koekeloeris zijn.´ Dat moeten we dan helemaal geweldig vinden dat hij vier pootjes en een staart heeft en dat zijn lokroep ´tskjikke tsjikkkee´ is. Zo makkelijk. Dat ergert mij dan, dat zo´n beestje denkt dat hij meer is dan een mens, maar ik heb nog nooit een Kleine Koekeloeris zijn lege flessen naar een glasbak zien brengen dus ik bedoel maar.
Wat ik zelf altijd heel aardig vind is de Onverhoedse Klap Op Het Raam. Ik betreed het Koekeloerisverblijf dan half gehurkt, met een opgevouwen krant in mijn hand en dan een beetje uit het zicht van de Koekeloeris blijven en heel voorzichtig naast dat raam zien te komen en dan net als hij zijn taas gaat zitten boenen of heel dom naar een stuk wortel zit te loeren opeens vol op dat raam meppen. Dat is altijd wel een lekkere entree. Dan zie je ook dat hij best heel snel kan bewegen, alleen meneer heeft er nooit zin in. Nee, dat voedsel moeten wij naar hem toe brengen. Kwader kan je me niet krijgen. Ik blijf meestal een kwartiertje of zo ritmisch op dat glas slaan en speel via een draagbare CD-unit met ingebouwde subwoofer voor het dynamisch laag, de aanvalskreet van een Vale Gier af, de natuurlijke vijand van de Koekeloeris. In combinatie met dat geram op het raam levert dat schitterend bang dierengedrag op. Ze willen vluchten, maar waarheen?
Dat is eigenlijk wel de essentie van dieren treiteren in een dierentuin. Ze kunnen hun hok niet uit. Dat maakt het zo aantrekkelijk. Een vrouw, daar lul je tegen, of je slaat haar met een krant maar die pakken hun handtas, doen hun vrouwencondoom in en neuken de buurman. Die kunnen hun hok uit, vrouwen, maar dieren niet. Schitterend is dat. Pelikanen mag ik ook graag helemaal achterlijk maken. Houd ik een meegenomen vis vlak voor hun bek, wachten tot ze die domme snavel opengooien en dan hopla, een bak bedorven slagersnasi achter in hun schuif. Ze blijven er ook intrappen. Iedere keer die bek weer open. Vorige week heb ik een pelikaan in één uur twee stukken maandverband, een verzamelbox van Frank Boeijen, zes gebruikte condooms, een pak bedorven karnemelk en een mobiele telefoon in laten slikken. Is ook mooi. Bel ik hem ´s nachts op. Dat maakt mij dan blij, het idee dat hij net in slaap dommelt ergens in een hoek van de diergaarde en dan keihard die ringtone van Joling in zijn buik. `Maak me gek!!`
Maar goed, die gorilla, een loseraapje dus. Heel makkelijk te provoceren. Je hoeft er maar iets met twee tepels en een viskut voor te zetten en hij ontsnapt. Dat domme gehol ook van die bezoekers. Ik hoorde dat er ook een invalide vast zat. Dat lijkt me dan minder, dat je de rook van je wieltjes af zit te wrijven, ergens vastzittend tussen de kassa en de broodjes en dat je dan dat gesnuif achter je hoort. Je kunt wel zeggen, ´ach kom, ik ben toch al invalide´, maar zo denken invaliden er vaak zelf niet over. Die zien hun leven toch nog als iets heel waardevols en dan draait er opeens zo´n botergeile gorilla om je stoeltje heen, ga er maar aan staan. Leg dat maar uit aan zo´n beest. Die ziet dat als een provocatie, in je stoel blijven zitten als hij voor je staat.
Wat mij vooral opviel is dat niemand echt weet wat hij moet doen als zo´n zilverrug ontsnapt. Hollen, dat is een optie, maar wat veel beter is de onverhoedse aanval. Bluffen, daar komt het op neer. Het heeft iets met hiërarchie te maken of zo en verhoudingen binnen de gorillagroep, maar het beste is om gewoon te wachten tot hij iemand anders te pakken heeft. Wachten, wachten tot hij zo iemand als een rubberen neukpop door de tuin sleurt en even neerlegt. Dan van achteren voorzichtig op hem af, zachtjes, anders hoort hij je en dan eigenlijk helemaal vanuit het niets hem ontzettend onder zijn gorillahol schoppen. Daarna duidelijk en met wijd open ogen zeggen: ´Niet doen, Gorilla.´ Dat werkt bijna altijd. Als het niet meteen werkt nog een keer onder zijn hol schoppen. Meestal volgt er dan wel een soort van reactie en dan is het verder gewoon inschatten wat het beste is, maar dat moeten jullie maar zelf uitzoeken, ik kan niet alles voorkauwen.
Wat ik zelf ook een erg goed project vond en waar niet zoveel over in de krant heeft gestaan, waarschijnlijk om toekomstige bezoekers niet af te schrikken, was mijn ´Tarzan de Musical´actie. Heb ik van een vriend die via via een man kende in Antwerpen een mannetjesgorilla van een kilo of 300 geleend en halverwege de voorstelling van Tarzan de Musical achter in de zaal losgelaten. Dat was een mooi experiment. Mensen in de zaal hadden nog niets in de gaten. Die zaten voor 120 euro per plaatsbewijs te genieten van een ploeg negers die als aap waren geschminkt en Chantal Janzen die dan Jane moest voorstellen, maar dan met een geschoren schaamheuvel en twee kunsttieten. Maar goed, die Belgische gorilla loeren, die wandelt zo wat door dat middenpad en die ziet op het toneel opeens zes mensen die een beetje over dat toneel kruipen en heel slecht een aap nadoen. Toen ging het licht bij hem uit. In vier sprongen was hij op het podium. Hij heeft eerst die hele orkestbak aan stukken geslagen. De keyboardspeler kwam met schrik vrij, van de slagwerker werd later alleen maar een pluk hoofdhuid met haar teruggevonden. Daarna heeft hij de hele cast de zaal in geslingerd. De negerin die Tarzans apenmoeder speelde werd ergens tussen rij 18 en 19 geslingerd. Chantal Janzen werd voor aan het podium, met haar gezicht naar de zaal wreed van achteren in haar reet genomen en toen viel mij al wel op dat die jongen die Tarzan speelde opeens veel minder praatjes had. Die wist het even niet meer. Ja, wat weet zo´n jongen? Naast zo´n beest gaan staan en heel verwijfd zingen. `Niet doeeeeennnn, niet dooeeeeeeeen, het is nog maar een meisje Niet anaaaaalllllllll! ´, dat vinden mensen misschien mooi maar een Gorilla begrijpt zingen altijd als een daad van agressie. Nee, lekkere Tarzan was dat. Terwijl Chantal voor de vierde keer dat enorme gorilla-lid in een van haar lichaamsopeningen ontving stond hij net te doen alsof hij de gordijnen op het podium zo mooi vond. Laf gedoe. Ik heb het zelf weer opgelost met een schop onder de reet en dit keer in het Belgisch iets roepen. ´Allei, meneertje Apemans, nu zijt gij opeens heel wat minder vol met goesting he als ik u terstond op u aaprectaalgebeuren schop´ Nou ja dat begreep hij wel en verder weinig last gehad van die aap. Heeft gewoon ergens op de achterste rij de voorstelling uitgekeken.
Maar wat ik wil zeggen is dit. Als dieren naar je lachen betekent dat meestal niet veel goeds. Dieren kunnen namelijk niet lachen. Schijten, neuken, hun stront opvreten, neuken, schijten en aan hun vinger ruiken, dan heb je het wel gehad. Lachen is verdacht. Onthoud dat. Verder allemaal, zoals gebruikelijk, ongezien de tiefus.
Nico Dijkshoorn