SlamDunk! over Barry de Hollandsche Meester
AZ ging gisteravond hard onderuit in de UEFA cup. Volgens sommigen ten onrechte, omdat de reglementen van de UEFA niet voorzien in blessuretijd in de verlenging. Maar de voetbalbobos zullen de uitslag helaas voor de Alkmaarders never nooit gaan herzien. En dus acht onze sportcolumnist SlamDunk! de tijd rijp voor een ode aan Barry van Galen. De oude strijder die met AZ bijna een wonder verrichtte en de finale haalde. Bijna, maar net niet helemaal.
Barry de Hollandsche Meester Het was ergens begin jaren negentig. Snap! was helemaal de bom, GSMs waren nog lekker dood en je kon nog naar het voetbal door gewoon een los kaartje te kopen. Een troosteloze wedstrijd in de eerstedivisie tussen Haarlem en AZ werd opgesierd door een meterslang spandoek. Zo één van het oertype: oude lakens en zwarte spuitbus. Helenklaken en Van Galen in oranje stond erop gekalkt.
Mike Helenklaken was aan bijna aan het einde van zijn loopbaan, voor de jonge Barry van Galen was die net begonnen. Via DSC74, een klein cluppie bij hem om de hoek en RCH kwam hij bij Haarlem. Hij was schilder in de bouw, maar werd voetballer. Van Galen was in no-time de publiekslieveling met zijn werklust, zijn briljante linkerbeen, zijn opvallende loopje en hij bespeelde het publiek als een ervaren rot. Toen al. De bij vlagen briljante Van Galen speelde de pannen van het dak tegen AZ, hij scoorde in mijn herinnering twee of drie keer en Haarlem won met 3-2.
De eerste keer dat ik aan dat spandoek moest terugdenken was in november vorig jaar. Ruim elf jaar nadat die creatieve supporter zijn wens had geuit was het zover: Van Galen stond in Oranje. Door de successen van AZ onder Co Adriaanse en de nieuwe bondscoach met open vizier. Hij speelde een dik uur tegen Andorra, hij speelde zich helemaal leeg en moest door Marco van Basten uiteindelijk bijna met stoffer en blik van het veld gehaald.
Gisteravond gingen mijn gedachten voor de tweede keer ongewild terug naar dat spandoek, naar die wedstrijd van de jonge Barry van Galen. Ik zag de Van Galen van nu - 35 jaar - huilen als een klein kind. Juist hij knakte na zoveel onrecht in de laatste minuut. Sporting maakte 3-2 en de droom van Barry van Galen en AZ was over.
Nog nooit had Van Galen zich overgeven. Hij grossierde de laatste jaren in gele en rode kaarten, deelde schoppen uit als het moest en soms ook wat vaker. Van Galen is de straatvechter uit Schalkwijk, zeg maar de Bijlmer van Haarlem, en soms ook letterlijk. Zijn zwager werd belaagd op de kermis en Barry dook er natuurlijk bovenop. Een lang leven als (prof) voetballer wilde hij bekronen met een Europese finale. Hij zwoegde en schopte de volle twee uur gisteravond, daar waar hij normaal na een uurtje al kapot zit.
Maar tussen al dat gesjoeg en geschop door is Van Galen vooral een meesterlijke voetballer. Zijn balaanraking is als een penseelstreek op het doek. Hij strooit met passjes waar Wesley Sneijder alleen van kan dromen, hij creëert meer openingen dan Mark van Bommel en is voor de goal gevaarlijker dan Rafael van der Vaart. Eigenlijk is het een schande dat Barry van Galen maar één interland heeft gespeeld.
Hem treft hetzelfde lot als grote Hollandse schilders. Hun werken werden pas gewaardeerd vlak voor en vooral na hun dood. Acht jaar geleden was hij ook eens geselecteerd voor Oranje, omdat de toppers van Ajax niet beschikbaar waren. Een kans kreeg hij toen niet, want de toen nog sterke zwarte kabel heerste in Oranje. Nu is het te laat. Zijn lichaam is op, al wil hij nog best een jaartje door. De vraag is of hij het na de domper van gisteren mentaal nog kan opbrengen. Vandaar die tranen bij Barry van Galen en het kippenvel op mijn armen, en ik denk ook bij veel van de 3 miljoen liefhebbers voor de televisie. SlamDunk!