Eerdmans breekt lans voor Poncke Princen
Deze keer eens een geheel ander onderwerp gekozen. Benieuwd hoe het valt. Ofwel, onze huiscolumnist Joost Eerdmans wil u even mee terug in de tijd nemen. Naar 1947 om precies te zijn, toen ons land besloot Indonesië tot de orde te roepen. Indië verloren, rampspoed geboren, was toentertijd de leus. De politionele acties kostte zon 150.000 Indonesiërs de dood. In dit hele conflict speelde ene Poncke Princen een hoofdrol. Nog altijd wordt meneer als overloper en landverrader gezien. En dus leek het Eerdmans wel aardig de knuppel in het hoenderhok te gooien en te pleiten voor eerherstel.
Eerherstel voor Poncke Princen
Terwijl de Amerikaanse bezetting van Irak alle kenmerken van een tweede Vietnam begint te krijgen en vrijwel elk gesteld doel voorbij lijkt te schieten, wil ik de vraag opwerpen of er zoiets mag bestaan als morele bezwaren van oorlogsmilitairen. Op desertie in oorlogstijd staat in ons militaire strafrecht nog steeds levenslang. Maar is het terecht dat principiële opvattingen tegen een ongerechtvaardigde oorlog worden bestraft?
Neem onze laatste vaderlandse strijd in Indië. Om de kroonkolonie te heroveren werd in 1947 een gigantische troepenmacht ingezet ondanks hevige internationale protesten. Deze interventies die eufemistisch als politionele acties werden aangeduid, betroffen in feite een vuile koloniale oorlog om het wingewest Indië terug in het rijksverband te dwingen. Indië verloren, rampspoed geboren, was toentertijd de leus.
Duizenden dienstplichtigen (de Duitse bezetting nog vers in het geheugen) hadden ernstige bezwaren om te strijden tegen het Indonesische volk. Principiële dienstweigeraars werden door de krijgsraden veroordeeld tot zware straffen en naderhand behandeld als paria's. Eén van deze dienstweigeraars was Poncke Princen, overleden in 2002.
Hij was tijdens de bezetting geïnterneerd door de Duitsers voor zijn poging om dienst te nemen bij de geallieerde troepen. Laf was hij dus in elk geval niet. Nadat Princen zijn straf wegens dienstweigering had uitgezeten, moest hij alsnog zijn dienstplicht in Indië vervullen. Bij de jacht op rebellen werden complete kampongs platgebrand en uiteindelijk vonden zon 150.000 Indonesiërs, merendeels burgers, de dood. Het ergst waren de moordpartijen op Zuid-Celebes door het Korps Speciale Troepen onder leiding van de oorlogsmisdadiger kapitein Westerling, die hele dorpen standrechtelijk executeerde. De acties van dit keurkorps zijn zonder meer op één lijn te stellen met die van de SS-Einsatzgruppen die aan het Oostfront opereerden.
Princen deserteerde in 1948 om bij de Indonesische republikeinse troepen dienst te nemen. Na de onafhankelijkheid van Indonesië werd hij staatsburger en ontwikkelde zich tot een vooraanstaande mensenrechtenactivist. In Nederland bleef men hem echter als overloper en landverrader beschouwen. In 1994 nog ontstond enorme ophef toen Princen kortstondig Nederland bezocht. Vooral de voormalige Indiëgangers konden zijn bloed wel drinken. Terecht? Wellicht belichaamde Princen het slechte geweten van Nederland en met name van veel oud-strijders.
Ik houd hem voor een moedige man tegen een koloniale oorlog. Het argument dat een soldaat zonder meer zijn bevelen moet opvolgen, overtuigt hier niet. Befehl ist befehl was ook een tamelijk populair (en kansloos) verweer tijdens de Neurenberger processen. Bovendien was Princen een dienstplichtige militair, voor wie destijds de mogelijkheid van vervangende dienstplicht wegens gewetensbezwaren niet bestond. Een landverrader kan ik hem dus moeilijk noemen. Een postuum en officieel eerherstel zou de Nederlandse natie sieren. Leve deserteurs in een foute oorlog.
Joost Eerdmans
Eerdere columns van Joost:
Wachtgeld
Armoe is een keuze
Overbevolking
Iedereen mag beledigen
Wegens omstandigheden crimineel
Kindermoordenaars
Extreem Links