Bassiehof - Hans Janmaat en Charlie Hebdo
Ergens in 1997 nodigde de lesgroep waar ik deel van uitmaakte Hans Janmaat, fractievoorzitter van de Centrumdemocraten (CD), uit voor een interview op de School voor Journalistiek in Utrecht. Geregeld maakten we in het gebouw een talkshow met studenten als publiek. Alles liep op rolletjes totdat Gijs Schreuders lucht kreeg van de voorgenomen komst van de CD-voorman. Schreuders in het verleden hoofdredacteur van De Waarheid en Kamerlid voor de CPN was sinds zijn breuk met het communisme begin jaren tachtig docent op de opleiding. In 1992 schreef hij een openhartig boek De man die faalde over zijn vertrek bij de CPN. Maar de komst van Janmaat was toch een stap te ver voor de oud-communist. Een rel was geboren: Schreuders dreigde op hoge toon ontslag te nemen wanneer de extreem-rechtse politicus een voet binnen zou zetten. Directeur Peter Schrurs (Later werd hij directeur van de VPRO, goh!) ging door de pomp voor Schreuders: Janmaat was definitief niet welkom op de School voor Journalistiek. Aan die zwarte bladzijde van mijn studententijd moest ik denken toen deze week een andere school voor journalistiek zichzelf volstrekt overbodig verklaarde.
Bas Mesters, directeur van de journalistieke opleiding aan hogeschool Windesheim te Zwolle, verordonneerde afgelopen week dat een neonaffiche op de gevel van Windesheim met de cover van Charlie Hebdo vervangen moest worden. Reden volgens Mesters: Rekening houden met de gevoelens van moslimstudenten.
Eerder heb ik in deze kolommen geschreven dat ik geen Je suis Charlie-roeper ben, dat is aan De Moedige. Mesters was een dag na de aanslag echter wél Charlie, hij zei het zelf op Twitter.
Een maand later blijkt dat statement dus van generlei waarde. Mesters blijkt een achterbakse man die het één zegt en het ander doet. Daarbij vraag ik mij ook af hoe het zit met de gevoelens van die moslimstudenten. Waarom willen ze eigenlijk de journalistiek in, waarom moeten ze ontzien worden? Een journalist in de dop hoeft niet per definitie moedig te zijn maar als je je al gekwetst voelt door een tekening die refereert aan je geloof (JEETJE!) is het wellicht een idee om een ander vak te gaan kiezen.
Belangrijker: net als Schreuders achttien jaar eerder pleit Mesters voor journalistiek onderwijs onder voorwaarden. Zoals Schreuders geen extreem-rechts geluid binnen de schoolmuren duldde, valt Mesters over een cartoon van papier en inkt. Terwijl beide onderwerpen toen en nu onderdeel uitmaken van maatschappelijk debat, van de werkelijkheid. Studenten journalistiek daarvan afschermen, leidt er toe dat ze die werkelijkheid later niet adequaat kunnen beschrijven.
Dat belooft weinig goeds voor de toekomst.