Haha. Soeverein IJsland geeft Brussel de vinger
's Nachts, bij onstuimig weer en een noordwesterwind, kun je als je heel goed luistert het gezang van IJslanders horen, dat op de wind naar het Europese vasteland wordt gedragen. Op trage klanken en met vage hoempageluiden er onder zingen zij tezamen (vertaald uit het sigurrós): "Oh wat is het toch fijn. Om een vrij eiland te zijn". Flarden van geluiden waar je een feestelijk drankgelag aan herkent waaieren mee: lachende mensen, knallende kurken, klinkende glazen. Zo klinkt vrijheid. De IJslanders feesten, want ze hebben besloten om niet toe te treden tot de de Europese Unie, maar om soeverein en zelfstandig te blijven. Dat komt omdat IJslandse politici wél naar hun kiezers luisteren. In april werden de pro-Europese sociaaldemocraten op IJsland van het pluche gekickt en vervangen door een Eurokritische coalitie van rechtsliberale Progressieve partij en de Onafhankelijkheidspartij (wiki over wat er aan vooraf ging). Tussen nu en zienwedanwel komt er een referendum over toetreding. Tot die tijd kan Brussel de vinger krijgen van de eilanders op het stenen waterbed onder de poolcirkel. Manuel Barroso, die stond te springen om ledengeld voor de EU-begroting van IJsland af te pakken en in ruil daarvoor wat stevige vissersquota op te leggen, voelde de bui al hangen en had de nieuwe regering gemaand tot haastige beslissingen. Huphup, de klok tikt, zei hij in juli. Maar de IJslandse premier Sigmundur Gunnlaugsson zegt: tðédélédðkié mét jé Unié. Alles gaat kðt en de rest is klðte in de sociaal-economische puinhoop op het Europese continent. We zijn beter af zonder jullie. Bovendien bepalen we liever zelf hoeveel vis we uit de zee trekken. IJsland doet niet meer mee. Til hamingju & skál, Ísland. *Plðp*