Commandofiles: Uruzgan toch oorlogsgebied
Er zijn momenten dat je als klein landje een militaire bijdrage moet leveren om agressieve hakbars met felreligieuze onderwerpingsneigingen tot woestijnstof te reduceren. De wereld wordt nou eenmaal niet uit zichzelf veiliger. Bovendien moet er af en toe wat verse olie in de machine van de internationale diplomatieke betrekkingen. Levert de ene keer een hoop beleefde internationale lof op (zoals in Uruzgan) en de andere keer krijg je dat felbegeerde G20-stoeltje uiteindelijk net niet (zoals na het Kunduz-besluit). Eén nadeel: het Nederlandse volk is in meerderheid niet zo happig op oorlogje spelen in de zandbak. Wegens duur, gevaarlijk en vooral moedeloosmakend zinloos. Daarom moet je deelname een beetje luchtig verpakken, anders gaat de publieke opinie zich d'r mee bemoeien. Luisteren naar het volk, dat wil je voorkomen als Tweede Kamer zijnde. Dus toen negen Nederlandse commando's in oktober 2005 te paard door Uruzgan Lucky Luke'ten om te kijken hoeveel Daltons er op Taskforce Uruzgan zouden gaan schieten, werd hun verslag afgezwakt. Het 'grimmige beeld' van de aankomende 'oorlog voor onze ploegen' dat de commando's hadden, werd politiek verkocht door een nadruk op de 'wederopbouw' te leggen. Terwijl de commando's hadden gewaarschuwd dat het daar niet van zou gaan komen. Hoefde het Nederlandse volk niet te weten. Het was geen oorlog. Punt. Ongeveer vier schooltjes, twaalf waterputten en 25 Nederlandse doden later vertellen de commando-archieven dat het - verrassing! - wél oorlog was. Wisten we al lang natuurlijk. Maar NRC heeft nu het boekverslag [Quote 1:] [Quote 2:]. En nou maar wachter op wat er in 2018 over Kunduz bekend wordt dat we in 2011 nog niet mochten weten.