Afzeikjournalistiek. Je doet het verkeerd!
Ha, oudmediale reflexen, je kon erop wachten natuurlijk. Want het moet potjandriedubbeltjesnogaantoe maar eens afgelopen zijn met die afzeikjournalistiek, vindt Hans Roodenburg. Toen hij in 1743 bij den courant begon als loopjongen hielden hij en zijn collegae het vak van Journalist nog in ere. Zomaar je mening geven mocht, heel vooruitstrevend voor die tijd, maar politici belachelijk maken, neen, driewerf NEEN. Hans Roodenburg, tijpmachinetijger van het sociaal-democratisch dagblad het Vrije Volk (in 1894 helaas opgeheven wegens vergrijzing en totaal uitsterven van het abonneebestand) pleit dan ook met verve voor het boycotten van afzeikjournalisten. Veilig geruggesteund door de, hee wat toevallig, ook al sociaaldemocratische DWDDgasten. Misschien is het voor iedereen maar beter als afzeikers zoals PowNed en de Jakhalzen gewoon geen toegang meer krijgen tot de parlementaire gebouwen, hart van onze democratie. Democratie, u weet wel die vorm van staatsinrichting die bepaalde rechten en vrijheden garandeert. Maar in het fatsoensdenkraam van journalisten die in de shagdoorwasemde redactielokalen onomkeerbare hersenschade opliepen is democratie alleen goed en mooi en fijn als er 'sociaal' voor staat. Uiteraard ter verheffing des Volks en beslist niet uit uit vooruitgangs-angst, geldvrees en vrijheidshaat is verbieden van afzeikjournalistiek eigenlijk voor iedereen het beste. Anders moeten we de kwijlende bejaarden van de Raad voor de Journalistiek wakkermaken, verschonen en erbij gaan halen, NOU DAN ZWAAIT ER WAT! Een verbod op afzeiken. Voel eens aan je voorhoofd. En jezelf onsterfelijk belachelijk maken, Hans Roodenburg, mag dat wel?