Oetoe ik ben skeer, fittie?
Goedemorgen, welkom op uw cursus straatcultuur voor meesters en juffen. In deze cursus leert u als leerkracht de straatcultuur beter te begrijpen en om te gaan met de vele kansen die deze rijke exotische cultuur u biedt. We beginnen met een onderscheid ("een ideaaltypische beschrijving in Weberiaanse zin die voorbijgaat aan nuances", maar dat terzijde) tussen straatcultuur en schoolcultuur. De straat: hosselen, dissen, masculien en anti-feminien, agressie, directe behoeftenbevrediging, liegen, niet te lang kijken. De school: orde, ritme, regelmaat, metro-androgyne stuudjes gekleed in v-halsshirt, zelfbeheersing, intellectueel en eloquent, links stemmend, NRC Next. You digg mothafucka? Welnu, cursusvraag 1: welk van bovengenoemde eigenschappen heeft u als op de Volkskrant-geabonneerde, brildragende, semi-babyboomende mbo-leraar die gelooft in de maakbare samenleving vooral niet? Vraag 2: waar verwerf je als straatcultureel icoon van deze tijd meer aanzien door: een pipa, doekoe of een promotie in de soosjale wetenschappen? Vraag 3: hoe denkt u de door uzelf bij vraag 1 genoemde diskwalificaties en het daardoor ontstane machtsvacuüm in uw klas op te lossen? U heeft tot het einde van deze cursus. Essays graag in drievoud inleveren in het
oudpapierhok. Succes!