Mail van Rutger uit Uruzgan
Ik staar een beetje versuft naar mijn computerscherm. 19 staat er onderin. December. 16:44 uur op de klok, lokale tijd, Afghanistan. Zojuist heeft de kapitein onze slaapcontainer aangedaan met verschrikkelijk nieuws. Tijdens een patrouille vanmiddag is er een soldaat overleden aan zijn verwondingen. Niemand weet het nog en ook wij mogen dit met niemand delen. Vroeg in de middag vermoedden wij al dat er iets mis was, toen plotseling alle lijnen naar de buitenwereld werden afgesneden. Black hole noemen ze dat. In de voorbesprekingen die ik had voor dit project werd die term alleen in verband gebracht met een sterfgeval. Om te voorkomen dat de rest van de wereld het eerder weet dan de nabestaanden, is er totaal geen contact mogelijk met Nederland. Het gerucht was nog even dat er hevig gevochten werd in de buurt van Chora. Onzin hoor ik nu, het is erger. Er is een jonge jongen gesneuveld. Pats, boem, weg. Zomaar. Over een black hole gesproken.
Het lichaam van de jongen komt straks met een heli het kamp binnengevlogen en moet dan worden geïdentificeerd. Misschien heb ik vanmorgen godverdomme nog wel met hem zitten ontbijten. Vanavond nog bellen er in Nederland twee mannen in uniform aan bij zijn ouders. Als zijn mam opendoet, weet ze genoeg. Dan is het huilen, schreeuwen of misschien wel helemaal niets. Vader komt erbij, broer, zus en dan wordt zijn vriendinnetje erbij gehaald. Tegen haar had hij voor vertrek zo vaak moeten zeggen, schatje het komt wel goed. Niet huilen, die vier maanden zijn zo voorbij. En nu is het voorgoed voorbij. De soldaat vertrekt hier straks in een kist richting Eindhoven.
Het is een onbeschrijfelijk gevoel dat ik nu heb. Ik kwam hier naartoe met flinke zenuwen in mijn lijf. Je gaat toch een oorlogsgebied in en je weet niet wat er kan gebeuren. Toen ik hier eenmaal was, vielen er een hoop zenuwen weg. Op het kamp ben je veilig en de sfeer was hier goed. Sterker nog er heerste zelfs een klein beetje een jubelstemming omdat er al zon tijd niets was gebeurd. Iedereen sprak vol lof over het werk dat ze hier doen en wat het allemaal wel niet voor resultaten oplevert. Vorig jaar konden we dit nog niet en vier maanden geleden dat nog niet. Er is nu zoveel meer mogelijk buiten de poorten dan een tijd terug. Ik heb soms zelfs het gevoel dat ik op een mooie reis ben tijdens patrouilles heeft een soldaat mij verteld.
Ik weet dat deze beleving van mij vragen oproept. Is er sprake van verslapping geweest? Ik weet het niet, ik kan het niet goed inschatten. Tegen een bermbom kun je niet veel doen heb ik me laten vertellen. En zoals ik de jongens en meiden hier de afgelopen dagen over het algemeen heb horen praten over hun werk had ik altijd wel heel sterk het gevoel dat ze precies wisten waar ze mee bezig waren.
Ik zou vandaag of morgen de poort uit zijn gegaan om te filmen. Nu weet ik even niet wat er gaat gebeuren. Mag ik nog? Wil ik nog? Het klinkt misschien raar, maar dit hakt er zo ongelofelijk hard in als je hier op kamp Holland zit en toch een beetje onderdeel bent van wat hier allemaal gebeurt. Buiten worden op dit moment luidsprekers opgehangen en een katheder met microfoon klaargezet. Naar ik aanneem zal straks commandant Matthijsen het woord richten tot zijn mannen. Ik heb hem de laatste dagen leren kennen als een zeer rustige man die alles onder controle heeft. Hoe zal dat nu gaan? Natuurlijk net zo rustig en net zo gecontroleerd. Verdriet zal er zijn, maar ze moeten hier door en in het belang van ieders veiligheid moet de draad nog dezelfde avond worden opgepakt. Wat een baan, wat een ongelofelijke bikkel moet je zijn, wat een verschrikkelijke ellende komt er op je pad.
Tot slot wil ik nog van de gelegenheid gebruik maken om namens het geenstijl TV team, de nabestaanden van deze dappere soldaat heel erg veel sterkte te wensen in de komende moeilijke dagen en de tijd daarna.
Rutger