5 Mei Essay - Rechten bestaan niet. Geweld wel
Rechten. Wie is er niet groot mee geworden. En daar ligt wellicht direct het probleem. De naoorlogse generatie, die samen te vatten valt in de meest onverschillig-narcistische protestleus ooit - "Ik ben van na de oorlog en dat wil ik graag zou houden" - heeft zichzelf groot gebracht in de veronderstelling dat het einde van de geschiedenis nu wel bereikt was.
Ondanks dat het gehele corpus aan geschreven geschiedenis onweerlegbaar aantoonde dat de notie van oorlog inherent is aan the human condition, zag deze generatie het als haar onvervreemdbare geboorterecht in te vrede leven, en in vrede te sterven. Niet omdat zij dit zozeer verdiend hadden, maar omdat 'hun tijd was gekomen'. En mensen die de meest bevochten menselijke hoedanigheid - vrede - als een geboorterecht zien, kunnen natuurlijk niet anders dan alles en iedereen om zich heen aan de hand van rechten te definiëren. En inderdaad. In de westerse wereld vond na '45, en dan vooral vanaf de jaren 60 een zeer fundamentele en breed gedragen culturele ommekeer plaats.
Waar voorheen 'veroveren' in al zijn soorten de hoogst haalbare persoonlijke of culturele prestige was, werd nu 'empathie' in al zijn vormen hetgeen waarmee men kon prijken en respect afdwong. Van een dog eat dog world naar een wereldbeeld waarin iedereen (met name agressieve minderheden) wordt gedefinieerd in termen van hun kwetsbaarheden en rechten.
Zo'n wezenlijke transitie, in zo'n korte tijd. Dan moet er natuurlijk wel íéts over het hoofd zijn gezien. En dat werd er ook, namelijk: de vent aan de andere kant van het beekje. De eigen vreedzame, pacifistische en hyper-empathische intenties zijn welgeteld niets waard, als deze niet gedeeld worden door the ominous other.
Ondanks, of wellicht dankzij talloze theorieën over wat rechten zijn - inclusief ultra-complexe theorieën die door minstens 38 grotemensenvolwassenen uitgelegd moeten worden, zoals die van Nicolai Hartmann - is dit continent een fundamentele waarheid uit het oog verloren. Fundamenteel, omdat het direct voortkomt uit de natuur, maar daarom niet minder controversieel. Wat dan? Simpel: rechten bestaan helemaal niet.
Rechten bestaan niet, zoals zwaartekracht bijvoorbeeld bestaat, ongeacht wat men er van vindt. Rechten zijn afspraken, niets meer. Het enige recht dat, net als zwaartekracht, daadwerkelijk op zichzelf bestaat, is het recht van de sterkste.
Júíst op bevrijdingsdag zou dit een waarheid moeten zijn waarbij stilgestaan wordt. Het ontzet van Europa was hier immers de meest recente grootschalige manifestatie van. Toch verzanden we liever in het discours dat we onszelf daarna hebben aangemeten, want dat voelt zo gemoedelijk.
De onderstaande kwoot komt van, wat je noemt, een volkse Yankee volksfilosooph. Een soort conservatieve Eric Hoffer op steroïden, als u wil. We hebben het geprobeerd, maar het citaat valt met geen mogelijkheid te ontkrachten.
In het verlengde daarvan, nog zo eentje: "Without action, words are just words. Without violence, laws are just words. Violence isnt the only answer, but it is the final answer."
Geweld is de enige taal die altijd begrepen wordt. Hoe hard het ook klinkt, dat is een onweerlegbare waarheid.
Na WOII, geconsolideerd na de val van de Sovjetunie, begon Europa aan een ontzagwekkend en nobel traject, waarbij misschien wel de meest efficiënte en mensvriendelijk instituties in de geschiedenis uit de grond werden getrokken. Instituties ontworpen voor en door de eeuwige vrede. En het resultaat mocht er wezen. Ondanks dat de haarscheurtjes, met name in Frankrijk, België en Zweden, alsmaar zichtbaarder worden, en er ontegenzeggelijk iets smeult in hooiberg Europa, is dit continent nog nooit zo veilig en vreedzaam geweest. Maar toch, die gedachte bestond in elke beschaving. Ook in de Romeinse, zoals historicus Nial Ferguson (uitgehuwelijkt aan Ayaan), beschrijft:
"Like the Roman Empire in the early fifth century, Europe has allowed its defences to crumble. As its wealth has grown, so its military prowess has shrunk, along with its self-belief. It has grown decadent in its shopping malls and sports stadiums. At the same time it has opened its gates to outsiders who have coveted its wealth without renouncing their ancestral faith. (...) It is thus remarkably easy for a violent minority to acquire their weapons and prepare their assaults on civilization within these avowedly peace-loving communities. (...) I do know that 21st-century Europe has itself to blame for the mess it is now in. Romans before the fall, wrote [historian Bryan] Ward-Perkins, were as certain as we are today that their world would continue for ever substantially unchanged. They were wrong. We would be wise not to repeat their complacency."
Die haarscheurtjes geven dus te denken. Als deze al na zo'n 70 jaar ontstaan, een periode die op de historische meetlat toch wel heel erg klein is, is het wellicht wijs in het achterhoofd te durven houden dat deze instituties zichzelf niet zullen kunnen garanderen.
Er wordt hier niet zozeer gepleit voor een vergaande militarisering van het continent. Maar het is noodzakelijk dat men erkent dat wanneer een collectief zichzelf op lange termijn wil waarborgen, het ten alle tijden in staat moet zijn de enige universele taal te spreken. "If they don't, someone else will".
Dit is nu, met name in Nederland, niet het geval. De reguliere strijdmacht is een parodie op een persiflage. Kwalitatief draaien 's lands speciale- en antiterreur-eenheden mee in de top, maar ze zijn onderbezet, worden ge-mismanaged en komen geld tekort.
Maar er is meer. De geweldsbereidheid onder de bevolking waaruit deze strijdmacht voortkomt, is laag. Dat klinkt op het eerste gezicht als een deugd. Niet toevallig, want pacifisme is er in elke laag van de samenleving, zelfs Defensie, met vreedzaam geweld in geramd.
Maar pacifisme, wanneer geconfronteerd met een inherente agressor, is geen deugd. Het is een zonde, en bovendien meestal gelijk de laatste zonde.
Het is een zonde die Europa zich niet veel langer kan veroorloven. En al helemaal niet gezien de elementen van de minderheid die op subversie uitzijn, voortkomen uit een debats-averse, fysiek georiënteerde krachtculuur, waarbij (morele) waarheidsvinding slechts een detail van het discours is. Binnen die kringen heb je gelijk als je de sterkste bent, de rest is bijzaak. Daar spreken ze een fundamenteel andere taal dan binnen onze gewelds-averse debatcultuur.
Een debatcultuur is nobel, en brengt effectieve staten voort. Maar hoe mooi het allemaal ook is, de taal van de natuur, want dat is het in feite, mag nooit verleerd worden. Bekwaam blijven in het toepassen van geweld is een civilizational verzekeringspremie. Verzuim je die te betalen, dan word je uiteindelijk overgeleverd aan de genade van degenen die het wel kunnen. Want los van de mobiliserende kracht ervan, is het zwaard nog altijd machtiger dan de pen.
Si vis pacem...