Bert Brussen kijkt Zomergasten. Afl. 2: Jim Taihuttu
Een bescheiden jongen. Ingetogen, strak in het pak, het charisma van de ideale schoonzoon, rebels onder de glimlach. Jong, onstuimig, met brille en humor: voor de jonge kijkers: een VHS-videoband was een soort van diskette. Zomergast Jim Taihuttu, heel wat anders dan Freek de Jonge een week eerder. Het tegenovergestelde eigenlijk, niet alleen qua leeftijd. Had zomergastheer Wilfried de Jong met de door de wol geverfde one-man nestor De Jonge nog moeite de regie in handen te houden, of überhaupt een vraag te stellen tussen het monologische spervuur door, in Taihuttu vond De Jong een pupil, instant oogappel, iemand om aan de hand te nemen en door de uitzending heen te loodsen. Als vader en zoon.
Terwijl, die zoon was helemaal zo onbevangen en lichtvoetig nog niet. Ja, het leek zo, even. Taihuttu keek inderdaad de kat uit de boom, met die enorme bruine ogen in dat gebeeldhouwde gezicht, soms zelfs als een haas die in de koplampen was gevangen. Maar het Jeugdjournaal-toontje waar gastheer De Jong af en toe vals mee zong, had gerust een octaafje lager gekund.
Ach, het was ook geen onwil. De Jong leek soms het overzicht te verliezen, alsof zijn gedachten in mist oplosten en zijn, ongetwijfeld zorgvuldige, voorbereiding verzandde in chaos. Alsof hij soms op een andere golflengte dan de gast zat. Een subtiel verschil, onzichtbaar maar op een vervelende manier aanwezig, alsof het zacht resoneert op de achtergrond. Misschien wil hij té graag de regie vasthouden. Of is hij teveel een controlfreak, wie zal het zeggen.
Maar door die al te hoge spanning van de gastheer ontstaat de juiste chemische reactie niet. Zijn er weliswaar, godzijdank, geen gekunstelde bruggetjes meer tussen de fragmenten, maar hangen de fragmenten en flarden van interview als los zand aan elkaar. Met een monotoon ritme als gevolg: fragment - gesprek - fragment - gesprek - fragment...
De Jong zei zelfs éénmaal: We sluiten dit onderwerp nu af.
We?, hoorde je de gast denken.
We?, dacht de kijker.
Let it flow. Fuck de fragmenten, koester dat gesprek. Een mens is maar één keer Zomergast moet je weten.
Maar als de Zomergast de gastheer zoveel ruimte biedt, zij het onbewust, wordt ook het talent van De Jong als interviewer wat beter zichtbaar. Onder hoogspanning zoals gezegd, en beperkt door het format, maar leidend. Niet zozeer peuterend en knijpend in de ziel, wel prikkelend door een juiste vraag op een juist moment. Timing: vooruitdenken en dan ineens een vraag als een kanonschot.
Toch, je kunt vragen en peuren en knijpen en prikkelen en trekken en zagen en zuigen tot je een ons weegt, als t er niet is dan is t er niet.
Passie was er echter wel degelijk bij Taihuttu, zijn beide succesvolle films Rabat en Wolf zijn pareltjes die je uitsluitend op passie kunt maken, maar het duurde en duurde en duurde tot men ook deelgenoot mocht worden van die passie.
Het bleek Jan Cremer te zijn die de Zomergast had geleerd kansen te grijpen, te leven, te doen wat hij moest doen. Een haast devote inspiratie, allemaal opgedaan door Ik Jan Cremer, zo verhaalde Taihuttu. Zijn ogen werden groot, als op steeltjes haast. Kolen op het vuur, er werd stoom in de machine gemaakt.
Kijk! Bevlogenheid! Een jonge, knappe, succesvolle filmmaker, met Moluks bloed (Ik voel mij Nederlander en Molukker, maar de Molukkers zijn wel mijn volk), zonder pretenties (hij treiterde het VPRO-publiek door zijn fragmentkeuze van 3 minuten stomme film van Méliès Le Voyage dans la Lune (1902) te onderbouwen met "Ja ik dacht, ik moet toch ook wat pretentieus doen), die de taal van de straat kan spreken (zeg maar, enzo), lezen en schrijven, sans gene, met een verfrissende blik op de (multiculturele) samenleving, maakt films 'niet voor de boodschap', maar gewoon omdat hij 'iets wil laten zien'.
De nieuwe generatie sprak tot u. Om nu nog kwaad te zijn over wat ze de Molukkers hebben aangedaan, dat is toch al meer dan zestig jaar geleden man! Exact! Gehoord iedereen? Voorwaarts!
De mens als woest roofdier, de mens als en gevoelig emotioneel ding. Zwart/wit. Menselijk dualisme, is wat hij wil laten zien. Geen boodschap, geen moreel vingertje, geen opdracht. In the end zijn we allemaal onderdeel van het dierenrijk, dus u hoeft ook niet op vergeving te rekenen, per se, mocht u Taihuttu ooit iets aandoen. Hij wilde maar zeggen: bij welk mens wel?
Realisme, ontdaan van snobistische opsmuk of pretentieus ideologisch gedram. Smullen! Zon avond. In flarden, drijvend op het losse zand van fragmenten en format, maar het was er.
(En dat in een studio vol fruitvliegjes waar het geluid het bij tijd en wijlen liet afweten.)
Bert Brussen is hoofdredacteur van ThePostOnline en Zomergasten-veteraan.