De bewaarkwoot die we wisten dat we nog eens nodig zouden hebben. Op 4 juni jongstleden sprak MinFin Dijsselbloem een helder '
Nee, zeker niet' op de vraag of NS-topman Bert Meerstadt een oprotpremie mee krijgt. Hij blijft tot 1 oktober in dienst, "en daarna is het gewoon klaar", sprak Diesel-Boom stellig. NIET DUS. Kamerlid Bashir (SP) stelde Kamervragen over het vertrek van Meerstadt (de eerste van vele rollende koppen in het Fyra-debacle) en daar zijn
de antwoorden (pdf) net van binnen. Vooral vraag 3 is opvallend. Vraag:
Hoe ziet de vertrekregeling van de heer Meerstadt eruit? Kunt u dit uitgebreid toelichten? Antwoord:
"De heer Meerstadt is vrijwillig vertrokken en ontvangt geen vertrekvergoeding. Om een goede overdracht van werkzaamheden te bevorderen, blijft de heer Meerstadt nog zes maanden in dienst van de NS als adviseur. Hiervoor ontvangt hij zijn vaste beloning; er zal geen sprake zijn van een variabele beloning. Na dit adviseurschap is er geen opzegtermijn meer die zal worden uitgediend. Daarnaast zal het adviseurschap eindigen indien de heer Meerstadt tussentijds een andere (voltijds) betrekking aangaat." Technisch gezien klopt de eerdere uitspraak van Dijsselbloem dus. Bert Meerstadt krijgt géén vertrekpremie. Maar een adviseurspost is niets anders dan zes maanden salaris doorbetaald krijgen in ruil voor nog drie keer aanschuiven in een vergadering en zorgen dat je telefonisch bereikbaar bent als iemand nog een vraag heeft. En volgens de antwoorden van de MinFin krijgt Bertje vanaf 1 oktober, als
Timo Huges het stokje overneemt, dus nog zes maanden zijn volledige salaris doorbetaald om 'adviseurtje' te spelen, tenzij hij in de tussentijd een nieuwe baan vindt. Als dat geen vertrekpremie mag heten, dan noemen we het gewoon wisselwachtgeld.
