Modaalverdieners per 1 juli uit hun huis gejaagd
Anekdote! Over hoe politiek Den Haag voor u als hardwerkende & eindjesknopende burger paraat staat. Donderdag was er een debat over het SuperGeheime ProRail AanbestedingsMaffia Rapport. Zo net na 23:00 uur, helemaal aan het slot van dat urenlang opgerekte mea culpa van Minister Melanie & Stas Wilma, kwam Jacques Monasch van de PvdA fluks naar de microfoon om aan de versufte Kamer te verzoeken of het wetsvoorstel voor de inkomensafhankelijke huurverhoging voor sociale woninghuur nog snel even op de Kameragenda gezet kon worden. Huishoudens met jaarlijks > 33.000 euro (= krap bovenmodaal) krijgen volgens dat voorstel per 1 juli 2,5 procent huurverhoging, huishoudens met > 43.000 zelfs 6,5 procent, en bij beiden komt de 'reguliere jaarverhoging' van 2,5 procent er nog bovenop. Woon je als tweeverdieners met een karige 50k dus ineens bijna 10 procent duurder, omdat Den Haag scheefwonen in de sociale sector denkt te kunnen bestrijden door mensen de bijna barstende Fundabubbel in te jagen. Het voorstel leek van de baan, omdat het procedureel onhaalbaar zou zijn en te veel geld kost om het voor 1 juli te regelen. Oppositiepartijen hebben bovendien geen tijd om serieuze, doordachte amendementen aan het voorstel te hangen. En tenslotte vond de rechter de uitvoering van het plan strijdig met de privacywetten. Maar nu probeert haastkabinet Rutte 2.1 de wet alsnog vóór 1 maart doorgedrukt te krijgen, want dan hebben woningcorporaties en de Belastingdienst nog net genoeg tijd om vóór 1 juli hun privacygevoelige onderzoek af te ronden en huurders in te lichten. Het lijkt nog te lukken ook: morgen Kamerbehandeling, donderdag stemming. Voor de zelfkastijders: Technische details van het voorstel hier, daar en daar. Transscript van het slinkse verzoek van Monasch (en de tegenwerpingen van de oppositie, minus D66) na de breek. We houden jullie in de gaten, tuigh.
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Monasch.
De heer Monasch (PvdA):
Voorzitter. We hebben vanmiddag een regeling van werkzaamheden gehad omtrent de wijziging van het Burgerlijk Wetboek. We hebben getracht, zo veel mogelijk coulance te tonen om te bekijken of er wat meer tijd zou kunnen zijn voor de behandeling van het wetsvoorstel. Dit bleek toch niet mogelijk te zijn, omdat het wetsvoorstel voor 1 maart in de Eerste Kamer behandeld moet zijn. We hebben daarom vanmiddag een schriftelijke procedure laten uitschrijven en een verzoek ingediend. Dat is om het schriftelijk overleg naar voren te halen, zodat we het volgende week wel plenair kunnen behandelen. Een ruime meerderheid van de leden van de commissie en de fracties hebben dat verzoek gesteund. Daarom sta ik hier: om u te verzoeken deze wijziging van het Burgerlijk Wetboek toch voor volgende week te agenderen, omdat we het vanmiddag met elkaar hebben uitgediscussieerd.
De voorzitter:
Het verzoek is om de behandeling van de wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek voor volgende week te agenderen.
De heer Paulus Jansen (SP):
Ik begrijp dat de PvdA-fractie zo staat te popelen om de huren van de Nederlandse bevolking met maximaal 9% per jaar te verhogen dat ze er zelfs een regeling van werkzaamheden in de randen van nacht voor over heeft. Ik neem aan dat de VVD-fractie dat als coalitiepartner zal steunen, dus dan kunnen wij dadelijk tellen. Als dat zo is, maak ik daar sterk bezwaar tegen. De SP-fractie staat voor een zorgvuldige wetgeving. De Kamer heeft tijd nodig om zich te verdiepen in de nota van wijziging en om amendering voor te bereiden. Als dit zo doorgaat, heb ik ook geen behoefte meer om nog een tweede verslag in te dienen, want de tijd ontbreekt simpelweg om enige kwaliteit te leveren, ook in de beantwoording.
De voorzitter:
Geen steun voor het verzoek.
De heer Van Klaveren (PVV):
Zoals net al werd gezegd, is het een verschrikkelijk voorstel dat voorligt, met huurverhogingen tot 9% per jaar. Daarbuiten hebben we gezien waar de haastige spoed van het kabinet toe leidt: rommel en ellende. Dus geen steun.
De heer Van Hijum (CDA):
Ook de CDA-fractie hecht echt aan een zorgvuldige behandeling. Daarover hebben we een goede afspraak gemaakt, dus ook wij steunen dit niet.
De heer Klaver (GroenLinks):
Geen steun voor het verzoek. Vanmiddag hadden wij een regeling van werkzaamheden waarin wij eruit kwamen, naar ik dacht. Het voorstel was, de behandeling uit te stellen tot na het krokusreces. Volgens mij kwam de Kamer eruit door te zeggen: wij willen het niet vertragen, maar wij hebben iets meer tijd nodig om ook tot goede amendementen te komen. We spreken over één week uitstel en dat zou nu niet kunnen? Ik vind het echt verbazingwekkend, nu het over zo'n belangrijk wetsvoorstel gaat, dat deze wens van een grote minderheid hier in de Kamer niet wordt gerespecteerd.
De voorzitter:
Ik begrijp hieruit dat u geen steun geeft aan het verzoek.
De heer Verhoeven (D66):
Met begrip voor hetgeen de collega's van andere partijen zeggen, maar wij steunen het verzoek wel, maar met medeneming van wat de heer Paulus Jansen van de SP zei, namelijk dat wij de slag van een schriftelijk verslag overslaan en de tijd liever besteden aan de amendementen en een goede behandeling van het wetsvoorstel hier in de Kamer volgende week.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Geen steun voor het verzoek. Wij moeten gewoon een goede voorbereiding hebben, zoals wij altijd hebben. Ik heb geen noodzaak gehoord om het absoluut volgende week te doen. Dat ons niet normaal de tijd wordt gegund om amendementen voor te bereiden, vind ik geen goede zaak, dus geen steun.
Mevrouw Visser (VVD):
Vanmiddag is bij de regeling de urgentie uitgesproken van de behandeling van dit wetsvoorstel. Het is noodzakelijk vanwege de termijnen, dus mijn fractie steunt het verzoek van de PvdA.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Geen steun voor het verzoek. Wij hebben hierover vanmiddag bij de regeling al van gedachten gewisseld. Ik stel voor dat wij hier goede nota van nemen, want dit is een staaltje powerplay waar de grote minderheid van de Kamer niet op zit te wachten.
De heer Klein (50PLUS):
Het argument waarom wij dit zouden moeten doen, is dat het voorstel dan nog voor 1 maart door de Eerste Kamer zou worden behandeld. Als ik het goed beluister, is er helemaal geen meerderheid in de Eerste Kamer om dit te realiseren, dus wat ons betreft geen steun. Laten wij een zorgvuldig wetgevingsproces volgen.
De voorzitter:
Ik begrijp dat ook u geen steun geeft aan het verzoek. Ik stel vast dat er een meerderheid is die het verzoek wel steunt. Ik ga mij ervoor inspannen om het debat voor volgende week in te plannen.
Het woord is aan de heer Van Haersma Buma.
De heer Van Haersma Buma (CDA):
Vanavond is het debat met minister Asscher en de minister-president niet doorgegaan. Ik zou willen vragen om dit in ieder geval volgende week in te plannen, want het heeft al enige tijd geduurd en is nu weer vertraagd.
De voorzitter:
Ik ga daarvoor mijn best doen.
Sluiting 23.18 uur.
(bron: Tweede Kamer)