Amsterdam zet dierenknuffelaars voor lul
Vergeet natuurparken. Vergeet paddenbruggen en kikkertunnels. Vergeet bouwverboden in weilanden omdat er een zeldzame geel gestreepte brulsalamander huist. De enige manier om bedreigde dieren- en plantensoorten te redden is steden bouwen. Heel veel grote steden bouwen. Amsterdam is het bewijs: maar liefst 140 uitsterfdiertjes en bijna vergane plantjes floreren in de hoofdstad. Ze doen het beter in de stad dan op het platteland. Was al langer bekend, door bijvoorbeeld met de zeldzame varens die het uitstekend doen in de riolen van Utrecht, maar milieugekkies zijn nu eenmaal niet voor niets ideologisch gezien volledig van het bospadje af. De natuur wil niet gepamperd worden door veganistische stadshaters, want de natuur vindt dierenknuffelaars ook gewoon een stelletje koekwauzende galkneuzen. Geef de natuur maar een grote stad vol mensen, geluidsoverlast en stank, daar kan zij best tegen. Ringslangen bijvoorbeeld. Die vinden het platteland poepsaai, aldus stadsecoloog Remco Daalder bij RTV Noord-Holland. Nee, geef ringslangen maar IJburg. Daar is het al jaren één grote ringslangenorgie met alle ringslangendrugs en ringslangenseks die een ringslang zich maar kan voorstellen. Samen met Amsterdam zetten 140 bedreigde dieren- en plantensoorten al die milieufreaks met hun pro-natuur sektarisme keihard voor lul. Ook voor bedreigde diertjes en plantjes geldt: fuck het platteland, 020 is waar het gebeurt.