Het verhoor van haatzaaier Bert Brussen
Voor wie het niet was opgevallen: Het is vandaag de Grote Bert Brussen Dag Des Oordeels. Onder massale belangstelling (pers, sympathisanten en een woedende menigte hatende tokkies) heeft de blogger/internetjournalist zich vanmiddag bij het politiebureau moeten verantwoorden wegens het plaatsen van een screenshot van een bedreiging aan het adres van Geert Wilders. Samen met een peperdure advocaat van het bureau Kennedy & De Burgemeester was Brussen ontboden door de Coördinator Team Bedreigde Politici. Deze splinternieuw opgerichte afdeling houdt zich louter bezig met het monitoren van strafbare uitingen op internet. Werkelijk niet een online dreigement ontgaat deze boys. Dit zijn ook de ambtenaren die al het voorwerk doen zodat Hirsch Ballin over een poosje websites zonder tussenkomst van een rechter op zwart kan gooien. In een eerste reactie op de radio typeerde Brussen de deskundigheid van deze dienders op het gebied van internet en sociale media als "kutd met peren". Speciaal voor GeenStijl zet mijnheer de gebeurtenissen van vandaag in Jip & Janneke-taal uiteen. Begrijpt de internetpolitie het tenminste ook...
Bert! Vertel!
Nou ja, ik moest me dus melden bij het politiebureau in Utrecht en daar werd ik verhoord door twee agenten die er uitzagen als twee agenten (C&A-kleding, gouden schakelketting, schoenen met spekzolen). De ene was een vrouw trouwens maar dat terzijde. De vrouw stelde mij van te voren door de politie opgestelde vragen, de man voerde alle antwoorden in op zijn Dell-laptop. Mijn advocaat was bij het verhoor aanwezig maar mocht helemaal niets zeggen tijdens het verhoor. Er werd nog wel gezegd dat het absoluut verboden was "in het geheim opnames te maken van het verhoor".
En toen?
Nou en toen stelden ze dus vragen, zo van: "Gaat u die tweet verwijderen?" (nee). "Wat is volgens u de definitie van vrijheid van meningsuiting?" (ik beroep mij op mijn zwijgrecht). "Waarom heeft u dit geplaatst?" (ik beroep mij op mijn zwijgrecht). "Waarom heeft u een artikel over deze zaak op GeenStijl gezet?" (ik beroep mij op mijn zwijgrecht). "Wat bedoelt u precies met de kop 'Wilders bedreigen doe je zo?'" (ik beroep mij op mijn zwijgrecht).
En toen?
En toen vroegen ze dus hoeveel bezoekers www.bbrussen.nl (een "oewebsijd" volgens de mannelijke agent) heeft. En ik zei dus "1500 uniek per dag" en toen vroeg hij dus van "wat is dat precies, uniek?". En toen moest ik dus uitleggen dat je pageviews kunt meten maar dat je ook een IP-adres per 24 uur kunt meten ongeacht het aantal clicks enzo en dat hadden ze nog nooit gehoord en deze mensen zijn normaal dus belast met het opsporen van dreigementen op het internet. Wat dan ook wel weer wat aandoenlijks had.
En toen?
Nou en toen vroegen ze dus of ik de twee mailtjes die ze eerder hadden gestuurd had ontvangen (nee) en ik vroeg naar welk emailadres ze dat gestuurd hadden. Zij zeiden toen "naar b.brussen@gmail.com" maar dat is dus helemaal niet mijn emailadres, van wie wel weet ik verder niet. Toen keken ze dus wel even raar want ja, mijn emailadres in gewoon terug te vinden op mijn "oewebsijde" snap je wel.
En toen?
En toen bleek dus uiteindelijk dat ik word aangeklaagd voor bedreiging van politici (artikel 285 lid 1) en (dat hoorde ik dus pas bij het verhoor) artikel artikel 137d wat dus het beruchte "haatzaaien"-artikel is. Ironisch genoeg dezelfde overtreding waarvoor Geert Wilders wordt aangeklaagd want vrijheid van meningsuiting moet je kennelijk zoveel mogelijk tegengaan door het "haatzaaien" te noemen want je weet maar nooit wie er wordt gekwetst met al die meningen enzo.
Wow. En toen?
En toen zeiden de politie-agenten ook nog dat het mijn schuld was dat "alle andere websites het twitterbericht nu ook hebben overgenomen zoals Volkskrant.nl en webwereld.nl" en dat Mohamed Ghabri, de twitterende bedreiger in kwestie, naast zijn dreigtweet "ook hele andere relativerende tweets had geplaatst" maar ik die "niet heb geplaatst en dus bewust een verkeerde context had gekozen". (Dus als je bijvoorbeeld iemand een kogelbrief stuurt en daarna bloemen en bonbons is de context anders en is het geen echte kogelbrief meer ofzoiets.)
En toen?
Nou en toen werd dat hele verhaal uitgeprint en mocht mijn advocaat dat doorlezen (we kregen nog wel de waarschuwing dat er "geen digitale foto's ofzo mochten worden gemaakt van het verbaal") en toen moest ik dat proces-verbaal ondertekenen en dat was het. Als nu het OM mij wil gaan vervolgen, krijg ik over een paar maanden ("eerder maanden dan weken", aldus de agenten) vanzelf een uitnodiging om naar de rechtbank te komen. Enfin, het is goed om te zien dat de politie in Nederland zoveel werk maakt van echt belangrijke zaken. Hartverwarmend mensen, echt.