Geenstijl

Nog geen twee maanden geleden sloeg taximocro Sidi Mohamed Belghiti iemand hartstikke dood op het Leidseplein. Precies een week nadat het Parool berichtte over de jungle van criminele vrije jongens op de stad ging het fout. Alle Amsterdamse politici buitelden vervolgens over elkaar heen in gespeelde verontwaardiging. Meest prominent aanwezig in die dagen was de Amsterdamse verkeerswethouder Hans Gerson (PvdA). Werkelijk voor iedere camera expliceerde de voormalige topambtenaar de omvang van dit drama. Een grote niet te tolereren schande was het. Snoeiharde maatregelen zouden worden getroffen. Represailles aangekondigd. Burgers van Amsterdam konden van een ding op aan: De gemeente zou de oorlog verklaren aan de taximaffia. Althans, zo beloofde Hans Gerson plechtig aan iedere verslaggever. Maar wat staat er vandaag in het Parool? De taxi-criminelen hebben na een korte doch verdiende vakantie het complete Centraal Station weer in handen. "Een grote bende" noemt de lokale krant de situatie. En wat is daarop het antwoord van verkeerswethouder Gerson? "We staan daar op de drukste momenten, en dat zijn juist de momenten waarop het misgaat. Controles kosten helaas veel geld, en we kunnen niet de hele dag bij het station staan posten.'' Nee, de gemeente heeft het natuurlijk veel te druk met het oplossen van ECHTE HELE GROTE problemen in de stad. Hans Gerson wacht liever op een tweede dode. Slappe zak.