Benoemen en bouwen met scholier Qassam
Wij roepen het al jaren: met de jeugd van tegenwoordig gaat het he-le-maal goed komen. In de media wordt de TMF-generatie nog weleens afgeschilderd als een groep halfachterlijke idioten, maar in werkelijkheid zijn die sugababes en superdudes onwijs geëngageerd en staan ze met beide benen in de maatschappij. Neem nou Qassam. Hij schreef voor het vak maatschappijleer een werkstuk met als titel 'De Vijand heeft geen gezicht' en plaatste het online. Het stuk schetst een ontluisterend realistisch beeld van multicultureel Nederland, vanuit het perspectief van de allochtoon. Moraal van het verhaal: de blanke Nederlander wil de allochtoon onderdrukken en kapot maken, met uitzondering van types als Ehsan Jami en Aboutaleb want dat zijn bedienden van de onderdrukker. Allochtonen worden gediscrimineerd door de media, de docenten, de politiek, de man in de straat, eigenlijk door iedereen. En dat moet stoppen! "Het is tijd voor broederschap. (...) We zitten in dezelfde trein, in hetzelfde schuitje. En daarom is er geen andere optie om samen een krachtig signaal af te geven dat wij dit niet langer pikken. (...) We zitten in de buik van het Beest. Laat hun haat ons verbroederen!" En oh ja, laat ons niet crimineel worden! "Ik wil iedereen op het hart drukken dat het beter is om te zitten voor een politieke moord, dan voor een criminele moord (figuurlijk)." Was getekend, Qassam.
Update: mirror.
Update: nieuw werkstuk is in de maak.
Beste Redactie,
Ik zie dat u een artikel van mijn hand op uw sites heeft geplaatst. Dit artikel is echter vele malen gereviseerd en uiteindelijk geschrapt. Ik ben opnieuw begonnen met schrijven. Hier alvast een voorproefje:
Hoofdstuk 1 Het blanke superioriteitsgevoel: de koloniale erfenis
Van legitimatie voor de koloniale misdaden tot oorzaak van het allochtoon tweederangsburgerschap
Wie de titel van dit hoofdstuk leest krijgt misschien het gevoel dat dit een racistische tirade is die inhakt op het koloniaal verleden van de Europeanen. Wie verder leest, komt tot de conclusie dat het tegendeel echter waar is. Wanneer men wil praten over de spanningen tussen autochtonen en allochtonen, is het onvermijdelijk om een leidende factor daarin te analyseren: het wijdverspreide gevoel van blanke (westerse) superioriteit in deze samenleving. Deze koloniale erfenis zien we dagelijks niet alleen terug in debatten, opiniebladen en racistische stereotypen op televisie, maar ook in de alledaagse praktijk. De manier waarop menig allochtoon zijn klasgenoten of collegae kan horen praten over 'buitenlanders' is onverbloemd denigrerend. Maar hem vinden ze o.k. want hij 'is een goede'. De misdadige behandeling van allochtonen kan teruggevoerd worden naar een gemeenschappelijke basis: er heerst een (mogelijk onbewust) gevoel dat blank (westers, de 'oorspronkelijke' bewoners van Nederland) superieur is aan donker (niet-westers, de 'indringers'). Met het kolonialisme en de Apartheid in de V.S. en Zuid-Afrika nog vers in het geheugen, ligt het gebruik van juist deze twee termen erg gevoelig. In plaats van die twee termen, gebruikt men nu allochtoon en autochtoon: