Nico Dijkshoorn over Vjeze Fur
Hiphop in Nederland, dat is naar de bakker gaan, er achter komen dat ze geen vloerkadetjes meer hebben en daar een keihard nummer over schrijven. Makkelijk, want brood rijmt op dood, kloot, jood, bloot en nood. DIE HET HOOGST IS. JAAAAAAA. DIE HET HOOGST IS HOOOOOO. DE NOOD, DIE HET HOOGST IS!!! Ok Bovenkarpspel en nu wil ik dat alle bitches op dit plein hun moederneukende ASS schudden als ik zeg VLOERKADET. Mixmaster Dopie Dope drop die beat. VLOERKADET, VLOERKADET!
Mixmaster Dopie Dope is meestal de medewerker lege flessen van de Digros. De bitches verveelde huisvrouwen met kinderen die tijdens de braderie even naar echte Nederlandse hiphop kijken en zes minuten later alweer aandachtig staan te loeren naar een voetschilder die heel netjes plakjes chorizo schildert. Die sfeer. Nederlandse hiphoppers willen zo graag gevaarlijk zijn, maar er hoeft in Hilversum maar iemand bij een kinderprogramma te roepen: laten we het onderwerp je kamer netjes opruimen uitleggen met een rap en ze staan drie rijen dik voor de studio om met een scheef petje op hun kop tussen 30 kinderen van een een jaar of zeven hun hiphopkunstje op te voeren.
Twee weken geleden zag ik Opgezwolle nog op een festival. Lachwekkend. Zoals gebruikelijk weer meer mensen op het podium dan er voor. Er werd veel met handen tegen elkaar geslagen, iedereen verdiende respect en dit en dat was een fokking shame en daarna, na oeverloos gelul, werd er weer drie minuten onverstaanbaar in de microfoon geroepen, waarschijnlijk over de mensonterende toestanden in Zwolle, waar de bus maar twee keer in het uur rijdt daar en daar naar toe. DAT IS TE WEEIIIIIIIINIG YOOOOOOO. DAT IS TE FOKKING WEEIINNNIIIIGGG HOOOOOOO
Ik had er een beetje genoeg van en heb ze een spiegel voorgehouden. Ik ben afgelopen weekend door een vriend geprogrammeerd als de nieuwste hiphop-sensatie uit Waalwijk onder de artiestennaam MC Dustalot. En inderdaad, wat ik al vermoedde, iedereen kan het. Bij binnenkomst heb ik meteen zes katten bier omgeschopt. MC Dustalot was binnen en hield niet van die proletendope om zich heen. De verbouwereerde organisatie kreeg meteen een rap van mij om de oren, waar ik me verder weinig van kan herinneren. Alleen vaag de eerste zin. Alcohol is de instap tot verkrachting, daarmee stijg jij niet in mijn modderfokking achting
Om een lang verhaal kort te maken, ik heb ze gek gemaakt in Waalwijk. Drumcomputer aangezet, capuchon over mijn kop getrokken en ongeveer drie kwartier alle mensen bedankt die zo belangrijk zijn geweest in mijn leven, voordat ik nog maar een regel had gerapt. Tante Annie, met uw oogziekte, deze is voor u en voor Ome Jan die altijd in mij is blijven geloven, ook toen het wat minder ging en ik de weg kwijt was, en te laat in buurtcentrum Het Wagenwiel zat, maar Ome Jan kwam me dan altijd weer ophalen dus ik wil een grote motherfucking hand voor Ome Jan. Tante Trees, godverdomme je was er voor me toen mijn konijn dood ging. Altijd maar weer. Voor de jongens van de Aldi die mij een keer vijf minuten na sluitingstijd nog kipfilet lieten kopen, jullie weten zelf wie je bent. Altijd in mijn hart.
En zo ging dat maar door. De mensen vonden het prachtig.
Maar, goed nieuws, de Nederlandse hiphop is gered. Op de laatste, geniale, cd van de Jeugd van Tegenwoordig, De Machine, wordt de concurrentie meteen op 35 jaar achterstand gezet. Het is de plaat van Ice Cube waar we al 20 jaar op zitten te wachten, het is de plaat van Prince die nooit meer komt, de cd die alle dichters in Nederland onnodig en hopeloos gedateerd maakt. Nederlandse muziek is nog nooit zo goed en zo grappig geweest. Hoogtepunt, en ik durf te zeggen het hoogtepunt van de Nederlandse muziek van de afgelopen 30 jaar, is het nummer Niet als Jouw, geschreven, gerapt en gezongen door het grootste genie uit deze band, Vjeze Fur. Het nummer dat Prince altijd al had willen schrijven. Een tekst die Otis Redding tijdens zijn leven graag had willen zingen. Over een trage beat vertelt Fur over een verloren liefde. In Nederland is dat nog nooit eerlijker en mooier gedaan. In de coupletten beschrijft hij de spijt, het verlangen en de weemoed. In het refrein schreewzingt hij haar toe. Natte lakens, zweet, tranen etc.
De vrouw waarvoor dit nummer is geschreven, in haar huiskamer, die de cd afspeelde en voor de eerste keer Vjeze Fur zijn liedje hoorde zingen. Wat voelde ze? Moest ze huilen? Heeft ze Fur opgebeld of is ze op haar fiets gesprongen? Hebben ze toen iets tegen elkaar gezegd of was Fur zijn liedje genoeg?
Kan GeenStijl daar een mannetje op zetten? Rutger, doe het voor mij en maak een legendarisch interview met de vrouw waar het mooiste nummer ooit voor werd geschreven.